In 1711 bouwde een prinses van het Huis Nassau-Oranien een barok badpaleis. Tegenwoordig doet het dienst als kuuroord, met drie geneeskrachtige bronnen die opborrelen in de fonteinzaal.
Het verfijnde badkasteel aan de oever van de Lahn, nu het Grand Hotel, trekt ieders bewondering. Het Huis Nassau-Oranien liet het aan het begin van de 18e eeuw bouwen op de plek waar in de middeleeuwen de geneeskrachtige bronnen van Bad Ems werden gebruikt. Keizer Wilhelm I verbleef in de oostelijke vleugel van het vorstelijke gebouw tijdens zijn meer dan 20 kuurverblijven in Bad Ems.
In de fonteinzaal liggen drie verschillende bronnen - de Kesselbrunnen, de Kaiserbrunnen en het Emser Kränchen - vlak naast elkaar. Met een drinkglas in de hand wandelen baders door de Brunnenhalle van bron naar bron en drinken waar ze dat het lekkerst vinden. Gasten van het hotel ernaast kunnen dromen van vervlogen keizerlijke tijden op uitgestrekte rococobanken voor glanzende gouden tafels.